Historie |
De Herdwick is het oorspronkelijke ras van het centraal en westelijk Lake District en begraast de hoogste bergen van Engeland. |
Bijzonderheden |
De dieren zijn “hefters”, wat wil zeggen dat ze zich hechten aan hun geboortegrond. Herderen of een omrastering zijn in het Lake District niet nodig, de dieren blijven in het gebied waar ze zijn opgegroeid. Het ras is uitzonderlijk gehard en heeft een lange levensduur. De ooien lammeren gemakkelijk af en hebben goede moedereigenschappen. Hoewel economisch niet meer interessant, is de Herdwick voor de hobby een heel leuk apart schaap met een rustig, makkelijk karakter. |
Vruchtbaarheid |
Op matig land gemiddeld 1 lam, op betere weilanden kan dit op 1,5 liggen. |
|
|
Rasbeschrijving in onderdelen |
Hoofd |
Rammen: mannelijk karakter, gezicht van gemiddelde lengte, breed en vol tussen de ogen, sterke neusbrug en grote, openstaande neusvleugels, sterke kaken, kleine/medium, witte, attente oren, horizontaal geplaatst, ogen prominent en helder. De kop is vrij van wol en bedekt met kort en borstelig wit haar. Ooien: overeenkomstig, maar smaller en een duidelijk vrouwelijk karakter.
|
Hoorns
|
Rammen: De hoorns zijn glad en rond, wittig van kleur, laag aangezet, ver uit elkaar en met een wijde krul vanuit de achterzijde van de kop. hoornloze rammen zijn toegestaan.
De ooien zijn hoornloos.
|
Nek/hals |
De hals is van gemiddelde lengte, vrij horizontaal gericht.
De ram beschikt over een zwaar behaarde hals. Het lijkt op een soor manen.
|
Voorhand |
Prominente, diepe borst, schuine schouder. |
Middenhand |
De middenhand is relatief kort en staat in het vierkant model. De ribben zijn goed gewelfd, goed gevuld achter de schouder. De rug is breed en plat en de dieren zijn breed in de buik. |
Achterhand |
De achterhand os sterk, sterke lendenen, goed bespierd. Sterke poten, droog met veel bot. |
Beenwerk |
Voorpoten recht, grof bot, grote soepele gewrichten en goed ontwikkelde hoeven. Achterpoten sterk, platte rechte botten. De benen zijn bedekt met wit, borstelig haar.
|
Staart |
Dik, stevig en goed bespierd van gemiddelde lengte |
Huid/vacht |
De vacht moet zwaar en dicht zijn met goede ondervacht van fijne wol met een egale kleur (alle tinten grijs) en kwaliteit over het gehele lichaam. Het gezicht en de poten moeten voorzien zijn van borstelig, wit haar. Niet toegestaan zijn een scherp afgebakende bonte tekening, of vlekken.
|
Algemeen voorkomen |
Stoer uiterlijk, niet te groot, robuust en oersterk.
Gewicht: rammen 65-75 kg, ooien 35-45 kg. |