Coburger Fuchs Charmoise Devon&Cornwall Longwool

De Coburger Fuchs is een oud Duits landschapenras, welk vooral gehouden werd in het Middelgebergte. Rond 1900 voldeed het ras niet meer aan de ruime vraag naar vlees en wol en werd het gekruist met “betere” rassen. Net als vele andere landschapenrassen was de Coburger Fuchs vrijwel uitgestorven rond 1930. Otto Stritzel, een Duitse textielfabrikant, erkende de bijzondere eigenschappen van de Coburger Fuchs en heeft in 1943 met restdieren van het oorspronkelijke ras een nieuwe fokkerij opgezet. Door het inkruisen met Solognote, Welsh Mountain en Texelse rammen heeft hij zowel de wol als de vleesproductie verbeterd.  
In 1966 werd de Coburger Fuchs in Duitsland opnieuw erkend als ras. De Coburger Fuchs behoort in Duitsland tot de zeldzame huisdieren.

Middelgroot, ongehoornd landschaap met bruinrode tot okergele beharing en lange, weinig gekrulde wol met een amberkleurige tot bruinrode ondertoon. De kop is smal met een (licht) gebogen neusprofiel en afstaande, iets hangende oren.
De Coburger Fuchs is een rustig dier met een vriendelijke uitstraling.
De lammeren worden geheel roodbruin (zowel haar als wol) geboren; de wol verkleurt naar steeds lichter roodbruin gedurende het eerste levensjaar.

Het is een laatrijp en matig tot gemiddeld vruchtbaar ras met goede moedereigenschappen. De ooien lammeren gemakkelijk af. Het lammerpercentage ligt tussen 130 en 180 %. Het bronstseizoen is lang.