Het Bentheimer Landschaap vindt zijn oorsprong in Duitsland. In 1864 kwam het Bentheimer Landschaap reeds voor in het graafschap “Bentheim” en het aangrenzende zuidelijke Emsland.
Het Bentheimer Landschaap is een groot, langbenig schaap met zwarte vlekken rond de ogen en op de voeten. De grote oren hebben meestal donkere uiteinden. De smalle kop is langwerpig en rond en vooral de rammen bezitten een duidelijke ramsneus. De meest oorspronkelijke dieren van dit ras hebben een zeer lange, bewolde staart die tot bijna aan de grond raakt. De wol is effen wit en valt bij de dieren van het oude type recht naar beneden. De vacht kan tot aan de grond reiken.
De Bentheimer kent een onmiskenbaar lang bronstseizoen. Jonge ooien kunnen in de regel vanaf de 7e maand gedekt worden.
|
Ooilam |
Ramlam |
Jaarl ooi |
Jaarl ram |
Volw ooi |
Volw ram |
---|---|---|---|---|---|---|
Geb.gew. |
4 -5 kg. |
5 - 6,5 kg. |
|
|
|
|
Groeisnelheid |
200-250 gr. |
200-250 gr. |
|
|
|
|
Gewicht |
|
|
50-60 kg |
70-90 kg. |
60-70 kg |
80-115 kg |
Formaat |
|
|
|
|
Groot |
Groot |
Lam prod |
|
|
1 |
|
1,3-1,6 |
|
Jaarrond |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Wol |
|
|
3-4 kg |
4-5 kg |
2,5-3,5 kg |
4-5 kg |
Hoorns |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
Rasvertegenwoordiger:
Greet Abbink
Hupseleseweg 31
7151GN Eibergen
tel.
0545-840035
info@schapenhoeve.nl