Historie
De Karakul is een middelgroot vetstaartschaap, oorspronkelijk afkomstig uit het Russisch-Afghaanse grensgebied. Het is naar andere steppegebieden in Zuid-Amerika en Namibië geëxporteerd. In Europa zijn slechts enkele Karakuls te vinden.
Bijzonderheden
In Nederland heeft de Karakul geen economische waarde. Het is een 100% hobbyschaap.
Vruchtbaarheid
Eén soms twee lammeren. De brons van de Karakul is niet seizoensgebonden.
Afbeeldingen
Rasbeschrijving in onderdelen
Hoofd
De kop is onbewold met een typische ramsneus en heeft de oorspronkelijke geboortekleur. De kop is lang en smal met lange brede hangoren.
Hoorns
De ooien hebben geen hoorns.
De rammen hebben soms wel en soms geen hoorns.
De hoorns zijn spiraalvormig.
Nek / Hals
De hals is enigszins lang en de aanzet is geheven.
Voorhand
De voorhand is diep en smal met een grote longcapaciteit en eindigt in een smalle
V-vormige borst.
Middenhand
De middenhand is lang en smal met opstaande ruggenwervels wat normaal is bij primitieve rassen.
Huid/vacht
De middenhand is lang en smal met opstaande ruggenwervels wat normaal is bij primitieve rassen.
Achterhand
De achterhand is enigszins verhoogd t.o.v. de voorhand.
Beenwerk
De poten zijn onbewold en behouden de geboortekleur.
Staart
De Karakul heeft een vetstaart: het onderhuids weefsel van de staart dient als opslag van enkele kilo's vet. De vetstaart kan verschillende vormen hebben: met enkele of dubbele knik, gedraaid of piramidevormig zonder knik.
Huid / Vacht
Er zijn diverse kleurslagen: Arabi (zwart bij de geboorte), Kambar (vos bij geboorte), Sur (bruin met tan, wildkleurig bij geboorte), Guligas (roodschimmel bij geboorte) en Schirazi (zwart schimmel tot zilver bij geboorte). Na elke schering wordt de wol lichter van kleur en ontstaan er vele kleurschakeringen. De pels van pasgeboren lammeren heet "persianer” of “astrakan".
De vacht van de volwassen Karakul bestaat uit een langharig dekkleed dat het schaap beschermt tegen neerslag en een wollen ondervacht voor de warmte. De wol is geliefd bij vilters en kan ook gesponnen worden.
Algemeen voorkomen
Typerend voor dit ras is de glooiende bovenlijn beginnend met de ramsneus, gevolgd door de geheven hoofd-hals en de houding overgaand in een licht gewelfde ruglijn en via een afhangend kruis overgaand in een breed aangezette vetstaart. Als ze volop in de wol zitten maken ze een massieve indruk, maar eenmaal geschoren zijn ze rank en lichtvoetig.
|
Ooilam
|
Ramlam
|
Jaarl ooi
|
Jaarl ram
|
Volw ooi
|
Volw ram
|
Geb.gew.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
Groeisnelh
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
Gewicht
|
.
|
.
|
40 kg .
|
60 kg .
|
50 kg
|
70 kg
|
Formaat
|
.
|
.
|
.
|
.
|
Middel tot Groot
|
Middel tot Groot
|
Lam prod
|
.
|
.
|
.
|
.
|
gem. 1,2
|
.
|
Jaarrond
|
.
|
.
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Wol
|
.
|
.
|
2 kg
|
3 kg
|
2,5 kg
|
3,5 kg
|
Hoorns
|
.
|
.
|
Nee
|
Ja/Nee
|
Nee
|
Ja/Nee
|
Links
Geen speciale website beschikbaar
Jacobschaap Krainer Steinschaf